Het archeologisch onderzoek door vrijwilligers op de locatie van de vorig jaar afgebrande boerderij aan de Zogweteringlaan in Maarssen is met succes en onder grote publieke belangstelling afgerond. Bij de opgraving is de opeenvolging van bouwfasen van de boerderij vast komen te staan. Een onverwachte en bijzondere vondst is gedaan in het vermoedelijke achterhuis of staldeel van de boerderij. Hier lag namelijk een bakstenen kelder die was opgevuld met afval.
In de kelder zijn naar schatting duizenden fragmenten van aardewerk, steengoed, porselein, kleipijpen, glas, bot, hout, leer, metaal en zelfs eierschalen gevonden. Hierbij bevinden zich onder andere versierde handvatten van bestek (van hout en vermoedelijk ivoor) en een houten lepel. Ook is een lakenlood uit Leiden gevonden. Daarnaast vonden de archeologen beschilderd en gegraveerd glas en veel resten die te maken hebben met het drinken van thee dat in die periode een luxeproduct was. Zo zijn er vele tientallen kopjes en schoteltjes van aardewerk en Chinees porselein gevonden en zelfs een fragment van een zeldzaam theepotje van zeer fijn gebakken rood aardewerk. Ook zijn er veel rookpijpen aangetroffen. De vondsten worden voorlopig in de periode 1675-1750 geplaatst.
De vondst is een buitenkans voor de archeologen om iets te weten te komen over het leven en de welstand van de bewoners van een boerderij. Hier is in onze provincie nog weinig onderzoek naar gedaan. Voorlopig wijzen de aangetroffen luxegoederen er op dat sprake moet zijn geweest van herenboeren die duidelijk in welstand leefden. De vondsten worden in de komende periode door vrijwilligers gewassen, gepuzzeld en geplakt. Daarna worden ze aan het provinciaal depot voor bodemvondsten aangeboden en komen ze beschikbaar voor een eventuele tentoonstelling.